Bij de elektrische installatie wordt onder andere gecontroleerd op: veiligheid meterkast, aanrakingsgevaar en brandgevaar, de aanwezigheid- aardlekschakelaars, de uitschakelsnelheid- en uitschakelstroom van de aardlekschakelaars, de isolatieweerstand van de veiligheidsaarding en het controleren van het aangebrachte schakelmateriaal.
Bij de gas installatie wordt o.a. gecontroleerd op: de gasdichtheid (gaslekkages) onder bedrijfsdruk, aanwezigheid van beveiligingen, corrosie, werking van de hoofdafsluiter, luchttoevoer en toestelplaatsing.
Bij de water installatie wordt o.a. gecontroleerd op: lekkages, dode waterleidingen (hot spots) en de temperatuur van warm en koud water in verband met mogelijk gevaar op legionella.